AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Profijtontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit de verkoop van illegaal vuurwerk en andere strafbare feiten met betrekking tot schending van de redelijke termijn
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen de veroordeelde, die in eerste aanleg was veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder de verkoop van illegaal vuurwerk en witwassen. De rechtbank had de veroordeelde de verplichting opgelegd tot betaling van een bedrag van € 74.539,00 aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De veroordeelde heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing.
Tijdens de zittingen in hoger beroep op 14 februari 2017 en 8 mei 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een bedrag van € 64.115,31 aan wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gevorderd. De verdediging heeft verweren gevoerd tegen de berekening van het openbaar ministerie, waarbij het hof heeft geoordeeld dat het gemiddelde winstpercentage van de veroordeelde bij de verkoop van vuurwerk moet worden vastgesteld op basis van de bewezenverklaarde verkopen. Het hof heeft de opbrengsten en kosten van de vuurwerkhandel in detail geanalyseerd en vastgesteld dat de totale winst uit de verkoop van vuurwerk € 17.180,38 bedraagt.
Het hof heeft ook geoordeeld dat de redelijke termijn van de procedure is geschonden, wat heeft geleid tot een matiging van het te betalen bedrag. Uiteindelijk heeft het hof de verplichting tot betaling aan de Staat vastgesteld op € 12.050,00, ter ontneming van het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
Voetnoten
1.Voorraadlijst vuurwerk, DOC.252 (pagina 165-166)
2.Vonnis rechtbank d.d. 4 april 2013, DOC.324 (pagina 575-588)
3.Verklaring [naam 1] d.d. 21 december 2011, V02-01 (pagina 695)
4.Vonnis rechtbank d.d. 4 april 2013, DOC.324 (pagina 575-588)
5.Verklaring [naam 3], V04-01 (pagina 703-704)
6.Vonnis rechtbank d.d. 4 april 2013, DOC.324 (pagina 575-588)
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 4] van 22 december 2011 (strafdossier ordner 4, pagina 642-644) en vonnis rechtbank d.d. 4 april 2013, DOC.324 (pagina 575-588)
8.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict, opgemaakt op 23 februari 2015 door [naam 6], pagina 7-8
9.DOC.324 (pagina 575-588)
10.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict, opgemaakt op 23 februari 2015 door [naam 6], pagina 31-32
11.DOC.120, DOC.121, DOC.122, DOC.145 en DOC.146 (pagina 60, 61, 62, 65 en 66)
12.Kwitantie d.d. 4 oktober 2011 betreffende ontvangst huur september en oktober 2011 ad € 130,- , DOC.082 (pagina 51)
13.Huurcontract garagebox d.d. 21 september 2011, DOC.182 (pagina 102)