ECLI:NL:GHAMS:2018:1880

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 juni 2018
Publicatiedatum
11 juni 2018
Zaaknummer
200.239.688/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake civiele zaak met verzoek om comparitie van partijen

In deze civiele zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 juni 2018 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van appellanten, die in beroep zijn gegaan tegen eerdere vonnissen. De appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. N. Bakker, hebben de geïntimeerde, H.O.D.N. [X] ALROUND KLUSBEDRIJF, gedagvaard. Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, met als doel het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep. Dit kan onder meer mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen omvatten.

Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon, of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot het aangaan van een schikking, moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. D.J. van der Kwaak. De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam op een nader te bepalen tijdstip. Partijen zijn verplicht om binnen een week hun verhinderdagen op te geven, waarna het hof de datum van de comparitie zal vaststellen. Tevens moeten appellanten binnen vier weken een kopie van het volledige procesdossier indienen bij het hof, en partijen dienen uiterlijk twee weken voor de comparitie de stukken waarop zij zich willen beroepen in kopie over te leggen aan het hof en de wederpartij.

Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgerond en verdere stappen zullen volgen na de comparitie.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.239.688/01
zaaknummer rechtbank : C/15/255998/HA ZA 17-171
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 5 juni 2018
inzake
[appellant sub 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
[appellante sub 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. N. Bakker te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] , H.O.D.N. [X] ALROUND KLUSBEDRIJF,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. S. van Steenwijk te Utrecht.

1.Het geding in hoger beroep

Appellanten hebben bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. D.J. van der Kwaak, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 1 week na heden op de rol van 12 juni 2018 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de comparitie na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellanten uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zullen indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, C.C. Meijer en J.W. Hoekzema en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.