In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vernietiging van een ontslag op staande voet en de loondoorbetaling van een werknemer, hierna [appellant], die in dienst was bij New York Pizza. Het ontslag vond plaats op 9 juni 2016, na een onderzoek door een extern bureau naar vermoedens van fraude en diefstal. De werknemer betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en voerde aan dat de camerabeelden, die als bewijs waren gebruikt, onrechtmatig waren verkregen. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat er voldoende gronden waren voor het ontslag, maar [appellant] ging in hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 maart 2018 was [appellant] niet aanwezig, terwijl New York Pizza werd vertegenwoordigd door hun advocaat. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter overgenomen, waaronder het feit dat [appellant] op staande voet was ontslagen wegens vermeende fraude. Het hof oordeelde dat de ontslagbrief voldoende duidelijk was over de redenen voor het ontslag en dat de camerabeelden, ondanks de bezwaren van [appellant], als bewijs konden worden gebruikt. Het hof concludeerde dat [appellant] zich schuldig had gemaakt aan fraude door verkopen niet te registreren en dat het ontslag op staande voet terecht was.
Het hof bekrachtigde de eerdere beslissing van de kantonrechter en veroordeelde [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers en werknemers in arbeidsrelaties, vooral met betrekking tot bewijsvoering en de rechtmatigheid van ontslag.