ECLI:NL:GHAMS:2018:1811
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake effectenlease en vernietiging leaseovereenkomst met beroep op verjaring en stuiting
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep inzake een effectenleaseovereenkomst, specifiek de WinstVerDriedubbelaar, die op 21 februari 2001 is gesloten. De appellante, vertegenwoordigd door mr. J.B. Maliepaard, heeft in hoger beroep geconcludeerd dat de leaseovereenkomst rechtsgeldig is vernietigd en dat Dexia Nederland B.V. moet worden veroordeeld tot terugbetaling van alle onder de leaseovereenkomst gedane betalingen, vermeerderd met rente. De zaak is complex en draait om de vraag of de verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging van de leaseovereenkomst is gestuit door een collectieve procedure die in 2003 is aangespannen. Het hof heeft eerder in een tussenarrest op 11 oktober 2016 geoordeeld over de voeging en tussenkomst van een derde partij, [X]. De kantonrechter had in eerdere vonnissen geoordeeld dat de appellante haar rechten had verwerkt door haar beroep op de artikelen 1:88 en 1:89 BW in te trekken. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verjaring is gestuit door de collectieve procedure en dat de vernietiging van de leaseovereenkomst tijdig is ingeroepen. Het hof heeft de vordering van de appellante toegewezen en Dexia veroordeeld tot terugbetaling van de betaalde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente.