ECLI:NL:GHAMS:2018:1774
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en toevoeging van recidivegrond in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in een huis van bewaring, had hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 25 april 2018 een bevel tot gevangenhouding had gegeven. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal de toevoeging van de recidivegrond verzocht, omdat de verdachte in de periode van het feit in een schorsing liep. Het hof heeft de beschikking waarvan beroep in stand gelaten, maar heeft de recidivegrond toegevoegd, gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden van de zaak. De verdachte had onder andere versleutelde communicatie gevoerd met medeverdachten en er waren belastende OVC-gesprekken. Het hof heeft het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden waren die dit zouden rechtvaardigen. De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen en de recidivegrond toe te voegen, evenals het afwijzen van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.