ECLI:NL:GHAMS:2018:1738

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
15/063967-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis van verdachte met vluchtgevaar en geschokte rechtsorde

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 11 april 2018 een bevel tot gevangenhouding van de verdachte had gegeven. De verdachte, geboren op 25 augustus 1971 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment gedetineerd. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal de zaak toegelicht en is de verdachte gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. D. Bektesevic.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep beoordeeld en is van mening dat het feit dat de verdachte harddrugs via een internationale luchthaven in Nederland heeft ingevoerd, de rechtsorde schokt. De hoeveelheid harddrugs die op 2 april 2018 bij de verdachte is aangetroffen, heeft het hof doen concluderen dat er nog steeds sprake is van een geschokte rechtsorde. De vrijlating van de verdachte zou naar verwachting leiden tot maatschappelijke onrust, vooral gezien het feit dat de verdachte afkomstig is uit Suriname en geen eigen adres of inkomen in Nederland heeft. Dit heeft het hof doen besluiten dat er vluchtgevaar aanwezig is.

De raadsman van de verdachte heeft een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen. Het hof oordeelde dat er sprake is van een zeer ernstig feit en dat er geen bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een schorsing zouden rechtvaardigen. De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

15/063967-18
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[appellant] ,
geboren te [geboorteplaats] op 25 augustus 1971,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in het huis van bewaring [gedetineerd] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 11 april 2018, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 13 april 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. D. Bektesevic.
In raadkamer heeft de raadsman van de verdachte een mondeling verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof is van oordeel dat het via een internationale luchthaven invoeren in Nederland van harddrugs in beginsel een feit is dat de rechtsorde schokt. Gelet op de bij de verdachte op 2 april 2018 aangetroffen hoeveelheid harddrugs is het hof van oordeel dat er ook nu nog sprake is van een geschokte rechtsorde, in die zin dat aannemelijk is dat de vrijlating van de verdachte een zodanig publiek onbehagen teweeg zal brengen dat dit zou leiden tot maatschappelijke onrust.
Nu de verdachte afkomstig is uit Suriname en geen eigen adres of inkomen heeft in Nederland acht het hof niet aannemelijk dat hij gedurende langere tijd op kosten van derden in Nederland kan verblijven. Gelet daarop acht het hof het vluchtgevaar aanwezig.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.
15/063967-18

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 25 april 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.M.H.P. Houben en N.R.A. Meerbeek, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 25 april 2018,
de advocaat-generaal