ECLI:NL:GHAMS:2018:1737

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2018
Publicatiedatum
4 juni 2018
Zaaknummer
15/052804-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beschikking voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 28 maart 2018. De appellant, geboren in 1975 en thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord, HvB Zwaag, had hoger beroep ingesteld tegen het bevel tot zijn gevangenhouding en de afwijzing van zijn verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. Berbee, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust, in overweging genomen. Het hof sluit zich aan bij de motivering van de rechter-commissaris met betrekking tot de ernstige bezwaren die bestaan ten aanzien van de feiten die ten grondslag liggen aan de vordering tot inbewaringstelling. De enkele schriftelijke mededeling van de ouders van de verdachte dat zij bepaalde goederen voor hem hebben aangeschaft, verandert hier niets aan. Gezien het aanwezige recidivegevaar ziet het hof geen mogelijkheid voor schorsing van de voorlopige hechtenis. De plannen die de verdachte heeft gepresenteerd voor het verder inrichten van zijn leven zijn niet voldoende om tot schorsing over te gaan, vooral omdat de reclassering geen schorsing adviseert. De verdachte kan echter een beroep doen op de regeling Tijdelijk verlaten van de inrichting.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en de raadsheren, in tegenwoordigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[appellant] ,
geboren te [geboortedag] op [geboortedatum] 1975,
verblijfadres: [adres] ,
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord, HvB Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar van 28 maart 2018, houdende bevel tot zijn gevangenhouding en afwijzing van het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar van 28 maart 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. M. Berbee.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Het hof sluit zich aan bij de motivering van de rechter-commissaris voor wat betreft de ernstige bezwaren ten aanzien van beide op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten en neemt deze over. De enkele schriftelijke mededeling van de ouders van de verdachte dat zij “de Nike schoenen kleur zwart en rugtas kleur zwart en meerdere benodigdheden” voor hem hebben gekocht maakt dat niet anders.
Gelet op het aanwezige recidivegevaar ziet het hof geen mogelijkheid voor schorsing van de voorlopige hechtenis. De door de verdachte aangevoerde plannen die hij heeft voor het verder inrichten van zijn leven zijn daarvoor niet voldoende, nog los van het feit dat de reclassering geen schorsing adviseert. Wat betreft het gesprek met de Raad voor de Kinderbescherming kan de verdachte een beroep doen op de regeling Tijdelijk verlaten van de inrichting.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 25 april 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.M.H.P. Houben en N.R.A. Meerbeek, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J.G.W.M. Lut als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 25 april 2018,
de advocaat-generaal