ECLI:NL:GHAMS:2018:1365
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake naheffingsaanslag omzetbelasting en verzuimboetes
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 april 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een belastingkwestie. De belanghebbende, een vennootschap onder firma (V.O.F. X), had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting en verzuimboetes die door de inspecteur van de Belastingdienst waren opgelegd. De naheffingsaanslag betrof een bedrag van € 5.000 voor het tijdvak van 1 juli 2015 tot en met 30 september 2015, met daarbij een aangifteverzuimboete van € 65 en een betaalverzuimboete van € 128. De inspecteur had de naheffingsaanslag en de betaalverzuimboete vernietigd, maar de aangifteverzuimboete bleef in stand.
De rechtbank Noord-Holland had in een eerdere uitspraak op 10 februari 2017 het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de inspecteur veroordeeld in de proceskosten. De belanghebbende verzocht om een kostenvergoeding voor de bezwaarfase, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen. Het Hof heeft het hoger beroep van de belanghebbende behandeld en geconcludeerd dat er geen recht op proceskostenvergoeding bestaat voor de bezwaarfase, omdat de naheffingsaanslag en de verzuimboetes niet voortkwamen uit een aan de inspecteur te wijten onrechtmatigheid. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de inspecteur niet verplicht was om de belanghebbende in de gelegenheid te stellen om eventuele fouten te herstellen voordat de naheffingsaanslag werd opgelegd.
De uitspraak van het Hof is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot cassatie binnen zes weken na de verzenddatum.