Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] ,
[X] HOLDING B.V.,
1.[Y] ,
[Y] B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, hebben de eisers, [X] en [X] Holding B.V., een vordering ingesteld tot vernietiging van een arbitraal vonnis dat op 19 oktober 2016 was gewezen. De eisers, beiden tandarts, hadden een maatschap gevormd die door de gedaagden, [Y] en [Y] B.V., in 2015 was opgezegd. De arbitrageprocedure die volgde resulteerde in een vonnis waarin onder andere de rechtsgeldigheid van de opzegging en de financiële afwikkeling van de maatschap werd behandeld. De eisers voerden aan dat het scheidsgerecht onregelmatig was samengesteld en dat de arbiter zich niet aan zijn opdracht had gehouden. Het hof heeft de argumenten van de eisers beoordeeld en geconcludeerd dat de vordering tot vernietiging niet kon worden toegewezen. Het hof oordeelde dat de betrokkenheid van mr. C. Samson, die door de eisers als arbiter werd aangeduid, niet in strijd was met de regels omtrent de samenstelling van het scheidsgerecht. Ook werd vastgesteld dat de arbiter zich wel degelijk aan zijn opdracht had gehouden en dat de vordering tot vernietiging op andere gronden niet kon slagen. Uiteindelijk heeft het hof de vordering van de eisers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten.