ECLI:NL:GHAMS:2018:1208
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van openlijke geweldpleging in Zandvoort na beoordeling camerabeelden
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van openlijke geweldpleging op 8 oktober 2016 in Zandvoort, waarbij hij in een uitgaansgelegenheid, samen met anderen, geweld zou hebben gepleegd tegen een persoon, aangeduid als [slachtoffer]. De tenlastelegging omvatte zowel het slaan als het trappen van de aangever. Tijdens de zitting heeft het hof de camerabeelden van het incident bekeken, die van slechte kwaliteit waren, maar wel inzicht gaven in de gebeurtenissen. Het hof concludeerde dat de verdachte zich in de nabijheid van de aangever bevond en stampende bewegingen maakte, maar dat er onvoldoende bewijs was dat hij daadwerkelijk geweld had gebruikt tegen de aangever. De verklaringen van de medeverdachte werden als onbetrouwbaar beoordeeld, en het hof kon niet vaststellen dat de verdachte de aangever had geraakt. Hierdoor oordeelde het hof dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan openlijke geweldpleging, en sprak hem vrij van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.