ECLI:NL:GHAMS:2017:935

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2017
Publicatiedatum
22 maart 2017
Zaaknummer
000184-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift ex artikel 552a Sv tot teruggave van in beslag genomen gegevensdragers

Op 23 december 2016 heeft de klager een klaagschrift ingediend bij de rechtbank Amsterdam, strekkende tot teruggave van werkgerelateerde bestanden die zich bevinden op in beslag genomen gegevensdragers. De klager was eerder veroordeeld voor het bezit van kinderpornografisch materiaal en had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het klaagschrift werd doorgeleid naar het Gerechtshof Amsterdam, waar op 6 maart 2017 een openbare behandeling plaatsvond. De advocaat-generaal concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van de klager in zijn beklag.

Het hof heeft vastgesteld dat de in beslag genomen gegevensdragers op 7 oktober 2013 zijn genomen in het kader van het vooronderzoek. De beoordeling van het klaagschrift werd bemoeilijkt door het feit dat de klager al eerder een procedure had gevoerd met betrekking tot een van de usb-sticks, die inmiddels aan hem was geretourneerd. Hierdoor was de klager niet-ontvankelijk in zijn beklag voor deze usb-stick.

Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat de klager ook voor de overige gegevensdragers geen rechtens te respecteren belang meer had, omdat in de strafzaak tegen de verdachte was beslist dat deze gegevensdragers aan het verkeer moesten worden onttrokken. De klager werd ook niet-ontvankelijk verklaard voor de geheugenkaart, omdat dit goed niet in het klaagschrift was opgenomen en de wet geen mondeling verzoek om teruggave toestaat. Uiteindelijk heeft het hof de klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag en de onverwijlde betekening van de beschikking aan de klager bevolen.

Uitspraak

rekestnummer: 000184-17
parketnummer: 23-003127-16
Bij akte van 23 december 2016 is ter griffie van de rechtbank Amsterdam ingediend een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
adres: [adres 1],
te dezer zake domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat mr. [naam],
[adres 2].

1.Procesgang

Bij onder parketnummer 13/674443-14 gewezen vonnis van 18 augustus 2016 is de klager als verdachte door de rechtbank Amsterdam veroordeeld ter zake van, kort gezegd, het bezit van kinderpornografisch materiaal. Op gelijke datum heeft hij daartegen hoger beroep ingesteld.
Het voorliggende en op 22 december 2016 gedagtekende klaagschrift, dat op 23 december 2016 bij de griffie van de rechtbank Amsterdam is ingediend, is in verband met het ingestelde hoger beroep doorgeleid naar dit hof ter verdere behandeling en beoordeling.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken uit het raadkamerdossier en het procesdossier in de strafzaak met parketnummer 23-003127-16 en heeft op 6 maart 2017 de klager, de advocaat van de klager en de advocaat-generaal ter gelegenheid van de openbare behandeling van het klaagschrift gehoord.

2.Inhoud van het klaagschrift en standpunt van de klager

Het klaagschrift strekt, na beperking van het petitum bij de behandeling van het klaagschrift in raadkamer, tot teruggave aan de klager van (diens werkgerelateerde bestanden die zich bevinden op) de volgende in beslag genomen en nog niet teruggegeven gegevensdragers:
1) een personal computer (goednummer 4618721),
2) een notebook, merk Sony (goednummer 4618790),
3) een notebook, merk Acer Aspire (goednummer 4618791),
4) een usb-stick, merk Sony (goednummer 4618820) en
5) een usb-stick (goednummer 4618830).

3.Standpunt openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beklag.

4.Relevante feiten

De hiervoor onder 1 tot en met 5 genoemde voorwerpen zijn op 7 oktober 2013 in het vooronderzoek dat heeft geleid tot het vonnis van 18 augustus 2016 op de voet artikel 94 Sv onder de klager in beslag genomen. Ditzelfde geldt voor een geheugenkaart van het merk Sandisk (goednummer 4618813).

5.Beoordeling

Beoordeling bevoegdheid
Nu het klaagschrift is ingediend nadat tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam hoger beroep is ingesteld, is de raadkamer van dit hof bevoegd hierop te beslissen (vgl. Hoge Raad 2 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:148).
Inhoudelijke beoordeling
Uit het verloop van een eerder met betrekking tot - onder andere - de onder 5 genoemde usb-stick (goednummer 4618830) op de voet van artikel 552a Sv gevoerde procedure, in het bijzonder uit de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 25 april 2015 (RK-nummer: 16/1012), komt naar voren dat dit voorwerp al aan de klager is geretourneerd, althans dat met betrekking tot dat voorwerp al een last tot teruggave is gegeven. Ten aanzien van dit voorwerp dient de klager reeds om die reden niet ontvankelijk te worden verklaard in het beklag.
Het hof heeft in de strafzaak tegen de verdachte in hoger beroep bij onder parketnummer 23-003127-16 gewezen arrest van heden beslist dat de onder 1 tot en met 4 genoemde gegevensdragers dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Bij deze stand van zaken heeft de klager ten aanzien van die voorwerpen geen rechtens te respecteren belang meer bij het beklag. Door de beslissing omtrent het beslag in de strafzaak kan op het bestaande klaagschrift met betrekking tot die gegevensdragers immers geen (andersluidende) beslissing meer volgen. Daaraan doet niet af dat de beslissing in de strafzaak thans nog niet onherroepelijk is (vgl. Hoge Raad 17 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5834). Gelet op het voorgaande dient de klager ook ten aanzien van de onder 1 tot en met 4 genoemde voorwerpen niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag .
Overwegingen omtrent geheugenkaart
Bij de behandeling van het klaagschrift op 6 maart 2017 is gebleken dat met betrekking tot de geheugenkaart van het merk Sandisk (goednummer 4618813) ook nog geen last tot teruggave is gegeven. Dit goed is echter niet opgenomen in het klaagschrift. Voor zover de klager bij de behandeling zijn op artikel 552a Sv gestoelde verzoek heeft willen uitbreiden naar dit voorwerp geldt dat het hof aan de inhoudelijke beoordeling daarvan niet kan toekomen, omdat de wet niet de mogelijkheid kent dat een verzoek om teruggave mondeling wordt gedaan. Ook in zoverre is de klager dus niet-ontvankelijk in zijn beklag (Hoge Raad 28 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8768).

6.Beslissing

Het hof:
Verklaart de klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan de klager.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. N.A. Schimmel en mr. S.M.M. Bordenga, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Huizenga, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
20 maart 2017.