ECLI:NL:HR:2012:BU8768
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over beklag teruggave in beslaggenomen goederen en de vereisten voor mondeling verzoek
In deze zaak gaat het om een cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Rotterdam, waarbij een beklag is ingediend door een klager die in beslaggenomen goederen, waaronder twee personenauto's en een gouden ketting, terug wilde krijgen. De Rechtbank had het beklag gegrond verklaard, maar de Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank niet had mogen toekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het beklag voor zover dit betrekking had op de gouden ketting, omdat de wet niet de mogelijkheid kent dat een verzoek om teruggave mondeling wordt gedaan. De Hoge Raad stelt dat de klager in zoverre niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard.
De Hoge Raad benadrukt dat bij de beoordeling van een klaagschrift van de beslagene, de rechter moet onderzoeken of er ten tijde van de beslissing sprake is van verdenking van of veroordeling wegens een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Ook moet de rechter nagaan of het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter later een verplichting tot betaling van een geldboete of een verplichting tot betaling van een geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel zal opleggen. De Rechtbank heeft deze maatstaf miskend, wat heeft geleid tot de vernietiging van de bestreden beschikking.
De Hoge Raad vernietigt de beschikking van de Rechtbank en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe behandeling van het klaagschrift. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan in raadkamer en openbaar uitgesproken op 28 februari 2012.