ECLI:NL:GHAMS:2017:705
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing uitleveringsdetentie van opgeëiste persoon
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 januari 2017 in raadkamer uitspraak gedaan over het hoger beroep van een opgeëiste persoon, geboren in Georgië, die in detentie verblijft in het huis van bewaring De Dordtse Poorten te Dordrecht. De opgeëiste persoon had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlemmermeer, die op 4 januari 2017 zijn verzoek tot schorsing van de uitleveringsdetentie had afgewezen. Het hof heeft de relevante stukken en de beschikking van de rechtbank bestudeerd en heeft de advocaat-generaal en de opgeëiste persoon, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord.
Het hof heeft geconcludeerd dat er sprake is van evident vluchtgevaar. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat hij vreest voor zijn leven bij een mogelijke uitlevering naar Rusland. Het hof oordeelt dat er geen reële mogelijkheden zijn om dit vluchtgevaar te mitigeren door het stellen van voorwaarden voor schorsing van de detentie. Daarnaast is het hof van mening dat er op dit moment voldoende aannemelijk is dat er nog een concreet zicht op uitlevering is en dat de procedure niet stil ligt. De Minister is bezig met het verkrijgen van duidelijkheid over punten die van belang zijn voor de opgeëiste persoon. Het hof concludeert dat er op dit moment geen sprake is van een schending van artikel 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens.
Daarom heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beschikking is gegeven op 27 januari 2017 door de voorzitter en de raadsheren in tegenwoordigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de opgeëiste persoon.