ECLI:NL:GHAMS:2017:5337
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting en de vraag naar de wettelijkheid van het laten stilstaan van een voertuig
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De naheffingsaanslag, opgelegd op 10 oktober 2015, bedroeg € 57,30, bestaande uit € 2,40 aan parkeerbelasting en € 54,90 aan kosten. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam bevestigde deze beslissing in een uitspraak op 12 oktober 2016, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
De kern van het geschil in hoger beroep is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, met name of het laten stilstaan van de auto op de betreffende locatie in strijd was met een wettelijk voorschrift. Het Hof heeft vastgesteld dat de auto op 7 oktober 2015 omstreeks 21:35 uur geparkeerd stond op de Willem de Zwijgerlaan, waar geen geldig parkeerbewijs was geregistreerd. De heffingsambtenaar heeft de naheffingsaanslag opgelegd na controle door een parkeercontroleur.
Het Hof heeft de feiten van de rechtbank bevestigd, maar enkele terminologieën aangepast. Het Hof concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende bewijs heeft geleverd dat de auto op een fiscale parkeerplaats stond en dat er geen sprake was van een overtreding van een wettelijk voorschrift. De belanghebbende heeft niet overtuigend aangetoond dat het laten stilstaan van de auto op de locatie verboden was. Het Hof heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.