ECLI:NL:GHAMS:2017:5204

• Datum uitspraak: 13 december 2017
• Publicatiedatum: 15 december 2017
• Zaaknummer: 15/800416-17
• Instantie: Gerechtshof Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Raadkamer
• Rechters: J.L. Bruinsma; R. Veldhuisen; F.A. Hartsuiker
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Voortduring voorlopige hechtenis gerechtvaardigd in afwachting van rapportage over psychische gesteldheid en mogelijkheden voor hulpverlening

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 15 november 2017, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven aan de verdachte. De verdachte, die momenteel verblijft in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. Boskma, gehoord.

De raadsman heeft betoogd dat de verdachte in een ongunstige situatie verkeert, waarbij hij tussen wal en schip is geraakt in de hulpverlening en strafvordering. Dit heeft geleid tot een situatie waarin de hulpverlening niet is opgestart en de verdachte in voorlopige hechtenis verblijft. De advocaat-generaal heeft echter aangegeven dat er een dubbelrapportage in gang is gezet, waarvan het resultaat moet worden afgewacht. Het hof heeft geconcludeerd dat, gezien de omstandigheden, het verzoek van de raadsman tot verkorting van de termijn van het bevel gevangenhouding niet opportuun is.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer en is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren van het hof, met de griffiers aanwezig. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

15/800416-17

GERECHTSHOF AMSTERDAM,

MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER

BESCHIKKING in raadkamer op het hoger beroep in de zaak van

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],

ingeschreven op het adres: [adres],

thans verblijvende in het huis van bewaring Detentiecentrum Schiphol te Badhoevedorp,

tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar van 15 november 2017, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar van 16 november 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.

Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman, mr. E. Boskma.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.

De raadsman heeft in de kern betoogd dat de verdachte tussen wal en schip is terechtgekomen van hulpverlening en strafvordering met als betreurenswaardig resultaat dat de hulpverlening niet is opgestart en de verdachte in voorlopige hechtenis verblijft.

Volgens mededeling van de advocaat-generaal is een dubbelrapportage in gang gezet. Het resultaat daarvan moet worden afgewacht. Vervolgens zal kunnen worden bezien hoe de door de raadsman geschetste impasse kan worden doorbroken. Bij die stand van zaken ligt het verzoek van de raadsman tot verkorting van de termijn van het bevel gevangenhouding niet in de rede.

15. 800416-17

De beslissing

Het hof:

WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.

Deze beschikking is gegeven op 13 december 2017 in raadkamer van dit hof door

mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,

mrs. R. Veldhuisen en F.A. Hartsuiker, raadsheren,

in tegenwoordigheid van mrs. S.A.M. Borg en S. Grote Ganseij als griffiers.

De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.

Amsterdam, 13 december 2017,

de advocaat-generaal