Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Met grief I betoogt ING dat de feitenvaststelling onvolledig is, maar zij ziet eraan voorbij dat de rechtbank niet was gehouden meer of andere feiten op te sommen dan zij nodig achtte ter motivering van de gegeven beslissingen.
Grief 1 in incidenteel hoger faalt eveneens. [geïntimeerde] wil dat wordt uitgegaan van de door hem opgesomde feiten, maar benoemt in zijn grief niet concreet waarin deze verschillen van de door de rechtbank genoemde feiten en welke consequenties dat heeft voor de door het hof te nemen beslissingen.
Met de door partijen aangedragen feiten zal het hof uiteraard rekening houden bij de behandeling van de grieven. Het gaat in deze zaak om het volgende.
- een eerste bankhypotheek in hoofdsom groot fl. 4.000.000,- op
3.Beoordeling
Verder maakt ING niet duidelijk waarom de rechtbank het bewijs van de stelling, dat NNFD een garantie had gegeven over de hoogte van de uitkering onder de beleggingsverzekeringen, niet geleverd kon achten zonder te onderzoeken of NNFD als adviseur en/of tussenpersoon was opgetreden. Het hof verenigt zich dan ook met het oordeel van de rechtbank dat, ervan uitgaande dat is komen vast te staan dat aan [geïntimeerde] – zoals hij stelt – een verzekeringsuitkering van minimaal fl. 2.000.000,- is gegarandeerd en op dat bedrag aanspraak kan worden gemaakt, niet meer behoeft te worden onderzocht of NNFD als adviseur en/of bemiddelaar is opgetreden. Grief VI faalt daarmee.
verpanding van de rechten uit een polis van levensverzekering waarvan de uitkering uitkomt op minimaal fl. 2.000.000,- en met welke uitkering de onder I genoemde lening wordt afgelost.” De tekst van de hypothecaire geldlening zoals die op 9 oktober 1997 is gesloten, heeft een overeenkomstige formulering. De formulering is iets anders omdat uiteindelijk twee beleggingsverzekeringen zijn gesloten: “
Verpanding en crediteursbegunstiging van de rechten uit twee gemengde verzekeringen, waarvan de uitkeringen uitkomen op minimaal fl. 2.000.000,- en met welke uitkeringen deze kredietverstrekking wordt afgelost.”
Verpanding en crediteursbegunstiging van de rechten uit twee gemengde verzekeringen, waarvan de uitkeringen uitkomen op minimaal fl. 2.000.000,- en met welke uitkeringen deze kredietverstrekking wordt afgelost” in de hypothecaire geldlening is vermeld onder het kopje ‘zekerheden’. Onder een dergelijk kopje staat volgens ING vermeld wat de kredietverstrekker
eist, niet wat wordt
gegarandeerd.
Bovendien heeft de rechtbank bij de bewijswaardering van belang geacht dat [Y] als getuige niets heeft verklaard over de reden van het opnemen van de hiervoor aangehaalde zin in de kredietofferte. Op dat aspect van de zaak gaat ING in de memorie van grieven in het geheel niet in.