ECLI:NL:GHAMS:2017:4755
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de waardering van een kinderopvangverblijf en economische veroudering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Stichting [X] tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de waarde van een onroerende zaak, een kinderopvangverblijf, werd vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De heffingsambtenaar had de waarde voor het jaar 2015 vastgesteld op € 1.190.000, maar de belanghebbende betwistte deze waardering en stelde dat er rekening gehouden moest worden met economische veroudering. De rechtbank had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna het hoger beroep bij het Gerechtshof Amsterdam werd ingediend op 2 februari 2017.
Tijdens de zitting op 31 oktober 2017 werd het geschil besproken, waarbij de belanghebbende stelde dat de gecorrigeerde vervangingswaarde van de onroerende zaak, rekening houdend met functionele veroudering, op € 931.000 zou moeten worden vastgesteld. De rechtbank had echter geoordeeld dat de belanghebbende niet voldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat er sprake was van economische veroudering. Het Hof volgde de rechtbank in haar oordeel en concludeerde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat de waarde van de onroerende zaak door economische veroudering was verminderd.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. De beslissing werd op 21 november 2017 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.