Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van een in hoger beroep gevoerd verweer
Er is een groepje van vier jongens staande gehouden dat betrokken zou zijn bij het incident, waaronder de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte]. De politie heeft weliswaar geverbaliseerd dat de verdachte en de medeverdachte de enige waren met schoenen die profielen hadden die overeenkomen met de voetafdrukken op de auto’s, maar daarbij is geen foto gemaakt van de schoenprofielen van de andere staande gehouden jongens en evenmin is vermeld welk merk en type schoenen zij aan hadden. De getuige heeft twee jongens gezien die op de auto’s stonden of liepen, maar heeft niet kunnen aangeven welke jongens het waren. Gelet daarop is er onvoldoende overtuigend bewijs dat het (ook) de verdachte is geweest die op de auto’s heeft gestaan of over de auto’s heeft gelopen, aldus de raadsvrouw.
Van het profiel van de schoen die de verdachte op het moment van zijn aanhouding droeg, is wel een foto gemaakt. Ter terechtzitting heeft het hof –met gebruikmaking van het digitale dossier waar de foto’s in kleur zijn opgenomen- waargenomen dat het profiel van die schoen (zichtbaar op pagina 63 van het dossier) overeenkomsten vertoont met de op een van de auto’s waargenomen schoenafdruk, die zichtbaar is op foto 5 op pagina 60 van het dossier.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [bedrijf].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen jeugddetentie.
20 (twintig)uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 136,00 (honderdzesendertig euro) aan materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 136,00 (honderdzesendertig euro) aan materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.