Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in de vorige instanties
2.Het geding na verwijzing
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling van het geschil na verwijzing
“Elk recht op schadevergoeding verjaart door verloop van 3 jaren na de gebeurtenis”.Allianz heeft aangevoerd dat de laatst mogelijke stuiting van de verjaringstermijn moet worden gedateerd op 16 maart 2005 en dat [geïntimeerde] de verjaringstermijn van drie jaar die na die stuiting is gaan lopen, niet opnieuw tijdig heeft gestuit nu de aan Allianz gezonden brief van zijn advocaat waarbij wederom aanspraak op vergoeding wordt gemaakt dateert van 2 juli 2009. Ook op grond van het op 1 januari 2006 ingevoerde artikel 7:942 lid 1 (oud) van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), waarin een verjaringstermijn van drie jaar is opgenomen, is de vordering verjaard, aldus Allianz. Artikel 7:942 (oud) BW zoals dat heeft gegolden in de periode van 1 januari 2006 tot 1 juli 2010 luidde als volgt:
“Het Verbond van Verzekeraars schat dat er bij naleving van artikel 7:942 BW jaarlijks ongeveer 525000 aangetekende brieven moeten worden verzonden. Dit is een voorzichtige schatting die gebaseerd is op een jaarlijks aantal ingediende claims van 3,5 miljoen, waarvan er 15% geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen. De kosten van het verzenden van een aangetekende brief zijn inclusief de interne door de verzender gemaakte administratiekosten € 10. Dit betekent dat met het verzenden van deze brieven een bedrag gemoeid is van € 5,25 miljoen. Indien de afwijzing bij gewone brief wordt verzonden, is daarmee een bedrag gemoeid van ongeveer € 450000. Per saldo is de besparing voor de verzekeraar daarom € 4,8 miljoen. (...) De eisen waaraan een afwijzing moet voldoen en de mogelijke noodzaak tot herhaalde stuiting (iedere zes maanden) wordt knellend ervaren. Voor verzekeraars is de eis om de verzekerde bij aangetekende brief mede te delen de aanspraak af te wijzen, bewerkelijk en kostbaar. (...) Daarom wordt voorgesteld om bij afwijzing van de aanspraak de eis van een aangetekende brief niet langer te stellen”.