ECLI:NL:GHAMS:2017:4556

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 mei 2017
Publicatiedatum
8 november 2017
Zaaknummer
23-001971-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal en oplichting met tankpas

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van diefstal en oplichting door het onbevoegd gebruik van een tankpas. De tenlastelegging omvatte het wegnemen van meerdere goederen, waaronder benzine, met een totale waarde van ongeveer 2200 euro, door middel van een tankpas die niet aan de verdachte toebehoorde. Tijdens de zitting in hoger beroep op 15 mei 2017 heeft het hof vastgesteld dat er geen bewijs was dat de verdachte wist dat zij onbevoegd was om de tankpas te gebruiken. Er ontbrak een afbeelding of gedetailleerde beschrijving van de tankpas, waardoor het hof niet kon concluderen dat de verdachte op de hoogte was van de onrechtmatigheid van haar handelen. Het hof oordeelde dat het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte voor zowel de primair als subsidiair tenlastegelegde feiten. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding had geëist, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de tenlastegelegde feiten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001971-16
datum uitspraak: 29 mei 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 mei 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-042278-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2014 tot en met 26 februari 2015 te Wormer, gemeente Wormerland en/of te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (telkens) meerdere goederen (waaronder benzine en/of smeermiddelen) en/of meerdere geldbedragen (tot een totale waarde van 2200 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] (vestiging [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen geldbedrag(en) en/of de/het weg te nemen goed(eren)(telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van het onbevoegd gebruik maken van een tankpas (merk: Multitankcard, voorzien van pasnummer [nummer]) en/of een pincode, in elk geval door middel van een valse sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet was/waren gerechtigd;
subsidiair:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 september 2014 tot en met 26 februari 2015 te Wormer, gemeente Wormerland en/of te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, - [bedrijf 1] heeft bewogen tot de afgifte van één of meer geldbedragen, in elk geval enig goed en/of tot het aangaan van een schuld (tot een totale waarde van ongeveer 2200 euro) en/of - [bedrijf 2] (vestiging [adres 2]) heeft bewogen tot de afgifte van één of meer goed(eren) (waaronder benzine en/of smeermiddelen), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een tankpas (merk: Multitankcard, voorzien van pasnummer [nummer] (met pincode)), welke verdachte en/of zijn mededader(s) onbevoegd waren te gebruiken één of meer goederen afgerekend, waardoor [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of tot het aangaan van van bovenomschreven schuld.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis.

Vrijspraak

Nu zich in het dossier geen afbeelding of (uitgebreide) beschrijving van de gebruikte tankpas of een soortgelijke tankpas bevindt en niet kan worden vastgesteld op welke wijze en met welke informatie de verdachte precies de beschikking heeft verkregen over de tankpas, is niet vast komen te staan dat de verdachte wist dat zij onbevoegd was om de tankpas te gebruiken. Derhalve kan het - in het primair en subsidiair tenlastegelegde bedoelde - oogmerk niet worden bewezen.
Naar het oordeel van het hof is daarom niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.221,52. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair en subsidiair ten laste gelegde handelen, waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [bedrijf 1]
Verklaart de benadeelde partij [bedrijf 1] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.J.A. Duker en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. A.N. Biersteker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 mei 2017.
Mr. B.A.A. Postma is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]