ECLI:NL:GHAMS:2017:4509

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2017
Publicatiedatum
6 november 2017
Zaaknummer
23-004032-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep in jeugdzaak over vrijspraak van verbergen van voorwerp

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een jeugdige verdachte die op 28 juli 2016 in Alkmaar beschuldigd werd van het opzettelijk verbergen van een sleutelbos, die mogelijk bewijs kon leveren in een strafzaak. De verdachte had contact gemaakt met een andere persoon, die door de politie op heterdaad was aangehouden, en zou de sleutelbos hebben ontvangen van deze persoon. Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 augustus 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een veroordeling tot dezelfde straf als in eerste aanleg heeft geëist. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. De stukken in het dossier gaven geen duidelijkheid over de rol van de sleutelbos en het onderliggende delict. Het hof heeft daarom het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren, en is op de openbare terechtzitting uitgesproken. Het arrest is niet ondertekend door mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004032-16
datum uitspraak: 14 september 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 oktober 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-156541-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 augustus 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 juli 2016 te Alkmaar, opzettelijk een of meer voorwerpen die konden dienen om de waarheid aan de dag te brengen en/of om wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aan te tonen, te weten een sleutelbos, met het oogmerk om de inbeslagneming daarvan te beletten, te belemmeren of te verijdelen heeft verborgen, vernietigd en/of weggemaakt en/of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie heeft onttrokken, immers heeft verdachte zich op straat begeven naar een toen aldaar door de politie op heterdaad aangehouden persoon, te weten [slachtoffer], en/of vervolgens met voornoemde [slachtoffer] contact gemaakt en/of naast voornoemde [slachtoffer] is gaan meelopen en/of vervolgens een sleutelbos, die hem verdachte werd toegeworpen door [slachtoffer], heeft gevangen en/of (daarna) met die sleutelbos is weggerend/weggelopen van de politie.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de kinderrechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Op grond van de stukken in het dossier overweegt het hof dat er onvoldoende bewijs is om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde te komen. Uit het onderhanden dossier kan immers niet volgen hoe de bewuste sleutelbos, die bij de verdachte bij zijn fouillering is aangetroffen, kon dienen om de waarheid aan de dag te brengen (of om wederrechtelijke verkregen voordeel aan te tonen), met name nu uit het dossier onvoldoende blijkt van het eventueel onderliggende delict, dat gepleegd zou zijn door [slachtoffer] van wie de verdachte, aldus de politie, de sleutelbos toegeworpen zou hebben gekregen en de aard van een aantal sleutels aan die sleutelbos. Temeer nu de lange sleutel, waarover verbalisant [verbalisant] spreekt als “een lange sleutel / loper”, na onderzoek blijkt te passen op het slot van de poort van de achtertuin van de verdachte.
Naar het oordeel van het hof is aldus niet bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. M.M.H.P. Houben en mr. S.C.C. Hes-Bakkeren, in tegenwoordigheid van mr. S. Ourahma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 september 2017.
Mr. S.C.C. Hes-Bakkeren is buiten staat dit arrest te ondertekenen.