ECLI:NL:GHAMS:2017:44
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep gevangenhouding in verband met ernstige misdrijven en recidivegevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 december 2016, waarin een bevel tot gevangenhouding van de verdachte werd gegeven. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.H. Aalmoes, gehoord.
Het hof heeft de beschikking waarvan beroep bekeken en is van oordeel dat de gronden waarop deze berust, gerechtvaardigd zijn. De inhoud van het dossier, met name de whatsappgesprekken en het proces-verbaal van bevindingen, heeft geleid tot de conclusie dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan. De liquidaties op de openbare weg, die de rechtsorde ernstig schokken, zijn daarbij van groot belang. Het hof heeft ook geconstateerd dat er gevaar voor recidive aanwezig is, gezien de documentatie van de verdachte.
Gezien de aard en ernst van de verdenking en de omvang van het onderzoek, is het hof van mening dat er nog onderzoekshandelingen moeten worden verricht, waarvoor de continuering van de voorlopige hechtenis noodzakelijk is. Het hof heeft daarom besloten het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de meervoudige strafkamer van het hof, met mr. J.L. Bruinsma als voorzitter, en mrs. M.J.G.B. Heutink en R.A.F. Gerding als raadsheren, in aanwezigheid van griffier mr. A.F. van der Heide.