ECLI:NL:GHAMS:2017:44

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2017
Publicatiedatum
12 januari 2017
Zaaknummer
13-665288-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep gevangenhouding in verband met ernstige misdrijven en recidivegevaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 december 2016, waarin een bevel tot gevangenhouding van de verdachte werd gegeven. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Zwaag, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.H. Aalmoes, gehoord.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep bekeken en is van oordeel dat de gronden waarop deze berust, gerechtvaardigd zijn. De inhoud van het dossier, met name de whatsappgesprekken en het proces-verbaal van bevindingen, heeft geleid tot de conclusie dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan. De liquidaties op de openbare weg, die de rechtsorde ernstig schokken, zijn daarbij van groot belang. Het hof heeft ook geconstateerd dat er gevaar voor recidive aanwezig is, gezien de documentatie van de verdachte.

Gezien de aard en ernst van de verdenking en de omvang van het onderzoek, is het hof van mening dat er nog onderzoekshandelingen moeten worden verricht, waarvoor de continuering van de voorlopige hechtenis noodzakelijk is. Het hof heeft daarom besloten het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de meervoudige strafkamer van het hof, met mr. J.L. Bruinsma als voorzitter, en mrs. M.J.G.B. Heutink en R.A.F. Gerding als raadsheren, in aanwezigheid van griffier mr. A.F. van der Heide.

Uitspraak

13-665288-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 12 december 2016, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 14 december 2016, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennisgenomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. M.H. Aalmoes.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Gelet op de inhoud van het dossier en met name van het overzicht van de whatsappgesprekken die te vinden zijn op de pagina’s 16 en 17 van het dossier A04 in relatie tot het proces-verbaal bevindingen onderzoek communicatie op pagina 38 van het dossier A04, acht het hof ernstige bezwaren aanwezig.
Liquidaties op de openbare weg zijn feiten die de rechtsorde ernstig schokken.
Gelet op de documentatie van de verdachte is gevaar voor recidive aanwezig.
Het hof acht het gelet op de aard en de ernst van de verdenking en de omvang van het onderzoek aannemelijk dat nog onderzoekshandelingen moeten worden verricht waarvoor continuering van de voorlopige hechtenis is vereist.
Het hof is van oordeel dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Sv zich thans niet voordoet.
13-665288-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 11 januari 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M.J.G.B. Heutink en R.A.F. Gerding, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.F. van der Heide als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 11 januari 2017,
de advocaat-generaal