ECLI:NL:GHAMS:2017:4303

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2017
Publicatiedatum
24 oktober 2017
Zaaknummer
13/654136-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis in hoger beroep tegen beschikking rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 2 oktober 2017, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in 1976 en thans verblijvende in detentie, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 3 oktober 2017 in overweging genomen, evenals de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R.G.M. Rijkhoff, gehoord.

Het hof heeft zich verenigd met de beschikking waarvan beroep, voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was. Het hof oordeelde dat er voldoende ernstige bezwaren aanwezig zijn tegen de verdachte, die wordt verdacht van een poging tot verkrachting in de eigen woning van de aangeefster. Het hof benadrukte dat het opheffen van de voorlopige hechtenis in dit geval de rechtsorde zou schokken en maatschappelijke onrust zou kunnen veroorzaken. Het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen, omdat er geen zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden waren aangetoond die een schorsing zouden rechtvaardigen. Bovendien was er behoefte aan psychologisch onderzoek naar de verdachte, wat nog niet had plaatsgevonden.

De beslissing van het hof was om het beroep tegen de bestreden beschikking af te wijzen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beschikking werd gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal bracht de beschikking ter kennis van de verdachte.

Uitspraak

13/654136-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[appellant],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
ingeschreven op het adres: [adres] ,
thans verblijvende in [detentie] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 2 oktober 2017, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
3 oktober 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. R.G.M. Rijkhoff.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de grond waarop deze berust.
Mede gelet op de eigen verklaringen van de verdachte acht het hof voldoende ernstige bezwaren aanwezig.
Er is sprake van een verdenking van een poging verkrachting in de eigen woning en slaapkamer van aangeefster. Het reeds na korte tijd opheffen van de voorlopige hechtenis van iemand die verdacht wordt van een dergelijk feit schokt naar het oordeel van het hof de rechtsorde in die zin dat aannemelijk is dat dit een zodanig publiek onbehagen teweeg zal brengen dat dit zou kunnen leiden tot maatschappelijke onrust, niet alleen in de directe kring van aangeefster en de verdachte, maar ook in de maatschappij in bredere zin.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen. Daar komt bij dat onderzoek door een psycholoog is geïndiceerd en zolang dit niet is verricht het hof onvoldoende zicht heeft op de persoonlijkheid van de verdachte.
13/654136-17

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 18 oktober 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. H.S.G. Verhoeff en P.F.E. Geerlings, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 18 oktober 2017,
de advocaat-generaal