ECLI:NL:GHAMS:2017:4299

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2017
Publicatiedatum
24 oktober 2017
Zaaknummer
13/728131-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 oktober 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1989 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 21 september 2017, die zijn verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis had afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.O. den Otter, gehoord.

Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestonden, en het hof sluit zich aan bij deze motivering. De raadsman had alternatieve scenario's aangedragen, maar het hof oordeelde dat deze niet afdoen aan de ernst van de zaak. Het hof benadrukte dat er sprake was van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde, en dat schorsing van de voorlopige hechtenis alleen mogelijk is bij zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden, waarvan in dit geval niet was gebleken. Ook de aanwezigheid van de onderzoeksgrond stond schorsing in de weg.

Daarom heeft het hof het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen. De beschikking is gegeven in raadkamer en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/728131-16
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[appellant] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in [adres] ,
tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 21 september 2017, voor zover houdende afwijzing van het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
25 september 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beslissing van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beslissing waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. H.O. den Otter.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beslissing waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof sluit zich voor wat betreft de ernstige bezwaren aan bij de motivering van de rechtbank. De bedenkingen zoals door de raadsman naar voren gebracht in de vorm van mogelijke alternatieve scenario’s doen daar niet aan af.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Bovendien staat de aanwezigheid van de onderzoeksgrond aan schorsing in de weg. Om die redenen zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.
13/728131-16

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beslissing, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 18 oktober 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. H.S.G. Verhoeff en P.F.E. Geerlings, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 18 oktober 2017,
de advocaat-generaal