Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar, doch alleen voor zover daarbij de boetebeschikking is gehandhaafd;
- vermindert de boete tot € 750;
- draagt verweer op het betaalde griffierecht van € 45 aan eiser te vergoeden.”
2.Feiten
- belanghebbende (ook) bij het doen van de aangiften over de jaren 2007, 2008, 2009, 2010 en 2011 premie voor (een) lijfrenteverzekering(en) in aftrek heeft gebracht terwijl in de systemen van de Belastingdienst voor geen van die jaren een bedrag aan betaalde lijfrentepremie voorkomt;
- belanghebbende, ondanks dat daar meerdere malen (over elk van genoemde jaren) om is verzocht, nimmer stukken heeft overgelegd waarmee hij voormelde aftrek onderbouwt;
- belanghebbende ook bij het doen van de aangiften over de jaren 2009, 2010 en 2011 hogere bedragen aan te verrekenen loonheffing in aanmerking heeft genomen dan overeenkomt met de bij de Belastingdienst bekende gegevens, en nimmer een toelichting heeft gegeven waarmee hij de hogere bedragen onderbouwt;
- de aftrek van lijfrentepremie en de hogere bedragen aan loonheffingen door de inspecteur niet zijn aanvaard en gecorrigeerd (al dan niet door middel van navordering);
- de aangifte IB/PVV 2012 is ingediend op 4 november 2014 en dat op dat moment de – naar het Hof begrijpt – behandeling van de aangiften over de jaren tot en met 2010 door de Belastingdienst al was afgerond.
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Boete