ECLI:NL:GHAMS:2017:4103

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2017
Publicatiedatum
6 oktober 2017
Zaaknummer
13/669093-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en beoordeling van ernstige bezwaren in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 september 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1971 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was gedetineerd in een huis van bewaring. Het hof heeft kennisgenomen van de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 11 september 2017, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven. De advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. S. Wester, zijn gehoord.

Het hof heeft de ernst van de bezwaren tegen de verdachte beoordeeld, waarbij het rekening hield met de verklaringen van het slachtoffer en getuigen. Er werd opgemerkt dat er nog nader onderzoek moest plaatsvinden, waaronder het horen van getuigen in het buitenland. Het hof besloot de duur van de gevangenhouding te beperken tot 60 dagen, om te kunnen beoordelen of er nog steeds ernstige bezwaren aanwezig zijn. De verdachte werd als vluchtgevaarlijk beschouwd, wat betekende dat er redenen waren om te vrezen dat hij zich aan de rechtsgang zou onttrekken.

De beslissing van het hof was om de beschikking van de rechtbank te vernietigen voor zover deze aan het oordeel van het hof was onderworpen en om de gevangenhouding voor de duur van 60 dagen te bevelen. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter mr. F.A. Hartsuiker en de raadsheren mrs. J.L. Bruinsma en M.J.A. Plaisier, in aanwezigheid van griffier mr. D. Boessenkool. De advocaat-generaal bracht de beschikking ter kennis van de verdachte.

Uitspraak

13/669093-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[appellant] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in het huis van bewaring [gedetineerd] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 11 september 2017, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 12 september 2017, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. S. Wester.

De beoordeling

Het hof acht thans ernstige bezwaren voor de op de vordering inbewaringstelling vermelde feiten aanwezig, gelet op de verklaringen van het slachtoffer, welke op punten worden ondersteund door de getuigenverklaringen van de moeder en de broer van het slachtoffer.
Het hof neemt hierbij in aanmerking dat er nog nader onderzoek wordt verricht, te weten het horen van getuigen die in het buitenland verblijven. Het hof ziet hierin wel aanleiding om de duur van het bevel gevangenhouding te beperken tot 60 dagen, zodat alsdan bezien kan worden of er dan nog ernstige bezwaren aanwezig zijn.
In dit verband doet de situatie als bedoeld in artikel 67a, derde lid, Wetboek van Strafvordering zich thans niet voor.
Voor het hof is onduidelijk waar de verdachte op dit moment verblijft en daarom acht het hof nog steeds vluchtgevaar aan de orde, in die zin dat er gronden zijn om te vrezen dat de verdachte zich aan berechting in Nederland zal onttrekken dan wel niet voor justitie vindbaar zal zijn.
Gelet op de ernst en aard van de verdenking is het hof van oordeel dat er ook nu nog sprake is van een geschokte rechtsorde, in die zin dat aannemelijk is dat de vrijlating van de verdachte een zodanig publiek onbehagen teweeg zal brengen dat dit zou leiden tot maatschappelijke onrust.
Het hof acht de aanwezigheid van recidivegevaar onvoldoende onderbouwd. Deze grond komt dan ook te vervallen.
13/669093-17

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
BEVEELT de gevangenhouding voor de duur van 60 dagen.
Deze beschikking is gegeven op 27 september 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en M.J.A. Plaisier, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 27 september 2017,
de advocaat-generaal