ECLI:NL:GHAMS:2017:4099
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige hechtenis en beoordeling van ernstige bezwaren in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 27 september 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren in 1979 en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, was aangehouden in verband met de vondst van ongeveer 2 kilogram cocaïne in zijn woning. De rechtbank Amsterdam had eerder op 4 september 2017 een bevel tot gevangenhouding uitgevaardigd, waartegen de verdachte hoger beroep had ingesteld. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. V. Hammerstein, gehoord. Het hof heeft de feiten en de rechtsgang in overweging genomen, evenals de argumenten van de raadsvrouw. Het hof concludeert dat er ernstige bezwaren zijn voor het eerste feit van de vordering inbewaringstelling, terwijl voor het tweede feit geen ernstige bezwaren aanwezig zijn. De verdachte's onduidelijke verblijfsstatus in Europa en de aanwijzingen voor georganiseerde handel in verdovende middelen in internationaal verband leiden tot de conclusie dat er vluchtgevaar bestaat. Het hof handhaaft de recidivegrond en wijst het beroep tegen de bestreden beschikking af. De beschikking is gegeven door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.