ECLI:NL:GHAMS:2017:4081

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 oktober 2017
Publicatiedatum
6 oktober 2017
Zaaknummer
13/654107-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 oktober 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 11 september 2017. De rechtbank had de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst. De verdachte, geboren in 1998 en woonachtig te Amsterdam, was in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank, waarin het hoger beroep werd ingesteld, en heeft de relevante stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis bestudeerd. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw L.M.E. Kleczewski, gehoord.

Het hof heeft de argumenten van het openbaar ministerie overwogen, maar besloot de schorsingsbeslissing van de rechtbank in stand te laten. Dit besluit was gebaseerd op de positieve ontwikkeling van de verdachte, die zijn schoolgang had hervat, serieus op zoek was naar een bijbaan en meewerkte aan een psychologisch onderzoek. Het hof hield ook rekening met het feit dat de inhoudelijke behandeling van de strafzaak al op 31 oktober 2017 zou plaatsvinden. Gezien deze omstandigheden heeft het hof het hoger beroep van de officier van justitie afgewezen.

De beslissing van het hof was dat het beroep tegen de bestreden beslissing werd afgewezen, voor zover dit aan het oordeel van het hof was onderworpen. Deze beschikking werd gegeven in raadkamer op 4 oktober 2017, met de voorzitter en twee raadsheren aanwezig, en de griffier was mr. D. Boessenkool. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/654107-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van
[appellant] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
wonende te [adres] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 11 september 2017, voor zover houdende schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte voornoemd.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 22 september 2017, waarbij door de officier van justitie hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw L.M.E. Kleczewski.

De beoordeling

Het hof kan de door het openbaar ministerie aangevoerde argumenten volgen. Toch zal het hof de schorsingsbeslissing in stand laten nu is gebleken dat de verdachte inmiddels voortvarend zijn schoolgang heeft hervat en serieus bezig is met solliciteren voor een bijbaan en bovendien meewerkt aan een psychologisch onderzoek. Het hof heeft hierbij ook in overweging genomen dat de inhoudelijke behandeling van de strafzaak reeds op 31 oktober 2017 zal plaatsvinden. Het hof zal daarom het hoger beroep van de officier van justitie afwijzen.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beslissing, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
Deze beschikking is gegeven op 4 oktober 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, voorzitter,
mrs. H.S.G. Verhoeff en J.L. Bruinsma, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 4 oktober 2017,
de advocaat-generaal