ECLI:NL:GHAMS:2017:3846
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis kantonrechter inzake recidive zwartrijden in trein
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 februari 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1966, werd beschuldigd van het zonder geldig vervoersbewijs gebruik maken van een trein op drie verschillende data in november 2015. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter, die de verdachte had veroordeeld tot een geldboete van € 130 per feit, terwijl het openbaar ministerie had geëist dat de verdachte voor elk feit een week hechtenis zou krijgen, conform het strafvorderingsbeleid bij recidive. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld voor vergelijkbare feiten en dat de kantonrechter in Amsterdam een afwijkend beleid hanteert ten opzichte van andere gerechten, wat rechtsongelijkheid kan veroorzaken. Na het onderzoek ter terechtzitting heeft het hof geoordeeld dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen. Dit besluit is genomen op basis van de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn recente woonomstandigheden en de eerdere veroordelingen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen zijn verklaard.