In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van een medeweggebruiker tijdens een verkeersruzie op 12 februari 2016. De politierechter had de verdachte een geldboete van € 500 opgelegd, subsidiair 10 dagen hechtenis, en een schadevergoeding aan de benadeelde partij toegewezen. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de benadeelde partij, aangeduid als [slachtoffer], heeft mishandeld door deze tegen de kaak te slaan. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 250, subsidiair 5 dagen hechtenis, met een voorwaardelijke proeftijd van 2 jaar. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, waardoor deze alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte bevestigd en de op te leggen straf gemotiveerd op basis van de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.