ECLI:NL:GHAMS:2017:3462

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 augustus 2017
Publicatiedatum
31 augustus 2017
Zaaknummer
15/870919-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen schorsing voorlopige hechtenis in verband met ISIS-retweet

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 augustus 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, die op 16 augustus 2017 de voorlopige hechtenis van de verdachte had geschorst. De verdachte, geboren in 1995, wordt beschuldigd van het retweeten van een bericht van ISIS, wat volgens het hof een ernstig feit is. Het hof heeft de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis bestudeerd en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte en diens raadslieden gehoord. De raadsvrouw van de verdachte betoogde dat de verdachte enkel aandacht heeft gevestigd op het mediakanaal van ISIS en niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inhoud van de latere boodschap. Het hof volgt deze redenering echter niet, gezien de ernst van het feit en de actualiteit van de situatie. Het hof oordeelt dat er een groot maatschappelijk belang is bij het voortduren van de voorlopige hechtenis, vooral gezien het recidivegevaar. De verdachte is afkomstig uit een land waar ISIS actief is, wat zijn bekendheid met de organisatie en haar gedachtengoed versterkt. Het hof concludeert dat er onvoldoende informatie is over de persoonlijkheid van de verdachte om te kunnen inschatten of het recidivegevaar kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd.

Uitspraak

15/870919-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep van de officier van justitie in de zaak van
[appellant] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
wonende te [adres] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 16 augustus 2017, houdende schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte voornoemd.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 18 augustus 2017, waarbij door de officier van justitie hoger beroep is ingesteld van voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadslieden, mrs. T.M.D. Buruma en F. Dölle.

De beoordeling

De raadsvrouw heeft betoogd dat de verdachte slechts heeft ge-
retweet, de aandacht heeft gevestigd op het mediakanaal van ISIS en zijn locatie heeft doorgegeven, maar dat hij daarmee niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inhoud van de latere boodschap die via dat mediakanaal is verkondigd.
Het hof volgt de raadsvrouw daar vooralsnog niet in, met name nu de verdachte ook de Arabische woorden:
Ansar a-Khilafah fi Holandi(helpers van het Kalifaat in Nederland) aan de
tweetheeft toegevoegd.
Gelet hierop en gezien de actualiteit is het hof van oordeel dat het onder 2 op de vordering inbewaringstelling vermelde feit zeer ernstig is. In deze zaak ligt het recidivegevaar ten grondslag aan het bevel voorlopige hechtenis. In het geval van het gevaar van recidive voor een zodanig ernstig feit is er een groot maatschappelijk belang bij het voortduren van de voorlopige hechtenis. Daarbij overweegt het hof dat de verdachte afkomstig is uit een land waar ISIS oorlog voert, zodat de verdachte bekend kan worden verondersteld met de organisatie als zodanig en het gedachtengoed daarvan. De verdachte heeft voorts in eerste instantie ontkend dat hij deze
tweetverzonden heeft. In die omstandigheden en nu nadere informatie over de persoonlijkheid van de verdachte ontbreekt kan door het hof onvoldoende worden ingeschat of het recidivegevaar voldoende kan worden ingeperkt door het stellen van voorwaarden, zoals een social mediaverbod en een enkelband.

15.870919-17

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep.
Deze beschikking is gegeven op 30 augustus 2017 in raadkamer van dit hof door
mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mrs. J.L. Bruinsma en N.R.A. Meerbeek, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 30 augustus 2017,
de advocaat-generaal