ECLI:NL:GHAMS:2017:3399
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van voorlopige hechtenis en verzoek tot schorsing in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 augustus 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, die op 5 juli 2017 was gegeven. De appellant, geboren in 1996 en thans verblijvende in een huis van bewaring, had hoger beroep ingesteld tegen de verlenging van zijn voorlopige hechtenis. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier en de verklaringen van getuigen. De advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, zijn gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, gebaseerd op het aantal contactmomenten met zijn telefoon en de aangetroffen verdovende middelen en geld. Ondanks het verzoek van de verdachte om schorsing van de voorlopige hechtenis, heeft het hof geoordeeld dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte niet opwegen tegen het maatschappelijk belang. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bevestigd en zowel het beroep als het verzoek tot schorsing afgewezen.