Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van de gevoerde verweren
de opzetvan de vervoerder van tevoren was gericht op het tegen betaling verrichten van personenvervoer, niet zijnde het openbaar vervoer, terwijl hij hier geen vergunning voor had. De vraag of al dan niet daadwerkelijk is betaald voor het vervoer, is bij de beoordeling of artikel 76 Wet personenvervoer 2000 is overtreden niet relevant. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 28 mei 2015 blijkt dat de verdachte door het afgeven van duidelijke signalen het initiatief heeft genomen om verbalisanten tegen betaling met zijn auto te vervoeren. Dat de verbalisanten niet op het betalingsvoorstel van de verdachte zijn ingegaan, laat onverlet dat het oogmerk van de verdachte was gericht op het verkrijgen van vijf euro voor de verrichte rit.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis.
€ 750,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
geldboetemag worden voldaan in
3 (drie) termijnenvan
2 maanden, elke termijn groot
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro).