ECLI:NL:GHAMS:2017:3258
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen notaris over wilsbekwaamheid bij testament
In deze zaak gaat het om een klacht van een appellant tegen een notaris, die betrokken was bij de totstandkoming van het testament van de stiefmoeder van de appellant. De klacht betreft de zorgvuldigheid van de notaris in het beoordelen van de wilsbekwaamheid van de stiefmoeder. De appellant stelt dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld door niet te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de stiefmoeder, die op het moment van het opstellen van het testament 83 jaar oud was en leed aan de ziekte van Alzheimer. De notaris heeft echter in zijn verdediging aangegeven dat hij en zijn medewerkers de stiefmoeder als wilsbekwaam hebben beoordeeld op basis van hun waarnemingen tijdens de gesprekken. Het hof heeft de eerdere beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer bevestigd, waarbij de klacht van de appellant ongegrond werd verklaard. Het hof oordeelt dat de notaris voldoende alert is geweest op de wilsbekwaamheid van de stiefmoeder en dat er geen aanleiding was voor nader onderzoek. De omstandigheden die de appellant aanvoert, zoals de leeftijd en de ziekte van de stiefmoeder, waren voor de notaris geen reden om aan haar wilsbekwaamheid te twijfelen. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 15 augustus 2017.