In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Alkmaar. De zaak betreft een leerplichtkwestie waarbij de verdachte, die het gezag uitoefende over een minderjarige, niet heeft voldaan aan de verplichting om de jongere in te schrijven op school, zoals vereist door de Leerplichtwet 1969. De tenlastelegging betreft de periode van 1 september 2013 tot en met 5 november 2013, waarin de verdachte in Anna Paulowna niet aan deze verplichting heeft voldaan.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, omdat het tot een andere beslissing is gekomen. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen. De verdachte werd niet strafbaar geacht, omdat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten. De advocaat-generaal had gevorderd om de verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf of maatregel, en het hof volgde deze lijn.
Het hof heeft ook opgemerkt dat er momenteel een beschermingsonderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming loopt, waaruit blijkt dat er geen zorgen zijn over de sociale en leerontwikkeling van de minderjarige. Bovendien wordt verwacht dat de Leerplichtwet in 2018 zal worden aangepast om thuisonderwijs te vergemakkelijken. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om geen straf of maatregel op te leggen.