ECLI:NL:GHAMS:2017:2520

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 juni 2017
Publicatiedatum
29 juni 2017
Zaaknummer
23-000447-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en terugverwijzing naar rechtbank wegens onjuiste betekening van dagvaarding

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 10 oktober 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1955, was niet op de hoogte van de terechtzitting in eerste aanleg, waardoor de politierechter ten onrechte verstek heeft verleend. De verdachte was beschuldigd van diefstal van gehakt met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, toebehorende aan de firma Dirk van den Broek. Het hof heeft vastgesteld dat de inleidende dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend, wat heeft geleid tot de conclusie dat de verdachte niet op de hoogte was van de zitting. Hierdoor heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor een nieuwe behandeling. Het hof heeft geoordeeld dat de politierechter niet had mogen overgaan tot een inhoudelijke behandeling van de zaak zonder dat de verdachte op de juiste wijze was geïnformeerd over de zitting. De beslissing van het hof is genomen in een openbare terechtzitting, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000447-17
datum uitspraak: 14 juni 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 10 oktober 2016 in de strafzaak onder parketnummer
13-053819-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedatum] 1955,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
14 juni 2017.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 maart 2015 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen gehakt, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de firma Dirk van den Broek ( [adres 2] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de inleidende dagvaarding niet op correcte wijze is betekend. De politierechter heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte en hem veroordeeld ter zake van het ten laste gelegde feit. Nu de verdachte niet op de hoogte was van de terechtzitting in eerste aanleg heeft de politierechter naar het oordeel van het hof ten onrechte verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. De politierechter had in eerste aanleg ter terechtzitting niet mogen toekomen aan de behandeling ten gronde omdat de verdachte bij het onderzoek ter terechtzitting niet is verschenen, terwijl hij niet op de bij de wet voorgeschreven wijze op de hoogte is gebracht van de dag van de terechtzitting en zich evenmin een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat die dag hem bekend was.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en de zaak - zoals ter terechtzitting in hoger beroep is verzocht door de verdediging - op grond van artikel 422a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering terugwijzen naar de rechtbank Amsterdam.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Wijst de zaak terug naar de politierechter in de rechtbank Amsterdam, teneinde met inachtneming van dit arrest recht te doen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.A. Hartsuiker, mr. N.A. Schimmel en mr. A.M. Ruige, in tegenwoordigheid van
S.E.F. Rahimbaks, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
14 juni 2017.
Mr. A.M. Ruige is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.