Op 21 juni 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 januari 2017 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1995, die in hoger beroep is gegaan tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 7 juni 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft de argumenten van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen, maar heeft besloten het vonnis te bevestigen, met de toevoeging van een schadevergoedingsmaatregel.
Het hof heeft de verdachte verplicht om een schadevergoeding van € 2.650,00 te betalen aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer. Daarnaast is er een hechtenis van 36 dagen opgelegd, die kan worden vervangen door betaling van de schadevergoeding. Het hof heeft bepaald dat de verplichtingen tot schadevergoeding aan de Staat en de benadeelde partij elkaar kunnen vervangen, afhankelijk van de betaling door de verdachte. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.