ECLI:NL:GHAMS:2017:2365

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2017
Publicatiedatum
22 juni 2017
Zaaknummer
23-000006-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voorhanden hebben valse rijbewijzen na hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het voorhanden hebben van valse rijbewijzen, maar heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 7 juni 2017 heeft het hof de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden had geëist.

De tenlastelegging betrof het opzettelijk voorhanden hebben van vervalste rijbewijzen van Portugal en Groot-Brittannië, die bestemd waren om als echt te worden gebruikt. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte wist dat de rijbewijzen vervalst waren. De verdachte had tijdens zijn verhoor verklaard dat hij zich na zijn aanhouding realiseerde dat het om vreemde documenten ging, maar dit werd niet gezien als een bekentenis van wetenschap van de vervalsing op het moment dat hij de documenten voorhanden had.

Op basis van deze overwegingen heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om te kunnen aantonen dat de verdachte op de hoogte was van de vervalsing.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000006-17
datum uitspraak: 21 juni 2017
VERSTEK (raadsman niet gemachtigd)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 22 december 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-820769-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 juni 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 09 december 2016 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk valselijk opgemaakte en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten - een (nationaal) rijbewijs van Portugal (op naam gesteld van [benadeelde 1] ), en/of - een (nationaal) rijbewijs van groot-Brittanië (op naam gesteld van [benadeelde 2] ) heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als waren deze echt en onvervalst.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.

Vrijspraak

Het hof is van oordeel dat op grond van de stukken in het dossier niet is komen vast te staan dat de verdachte wist of zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat de twee nationale rijbewijzen die hij voorhanden heeft gehad, vervalst waren.
Het hof is, anders dan de advocaat-generaal, van oordeel dat de door de verdachte tijdens zijn verhoor door de politie afgelegde verklaring dat hij wel besefte dat het een vreemd document was (p. 9), niet een bekentenis inhoudt van wetenschap van de vervalsing ten tijde van het voorhanden hebben van de documenten. De verdachte geeft immers tijdens zijn verhoor aan dat hij zich nu, het hof begrijpt: na de aanhouding, realiseert dat het een vreemd document betrof.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.J.M.W. Paridaens, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. A. van Verseveld, in tegenwoordigheid van N. Hannaart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 21 juni 2017.