In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, Alberto Alexandru, werd beschuldigd van medeplegen van opzetheling van kledingstukken, die hij samen met anderen had verworven, terwijl hij wist dat deze goederen van diefstal afkomstig waren. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders. De feiten zijn onderzocht tijdens de zitting van 12 mei 2017, waarbij het hof de bewijsvoering heeft beoordeeld. De verdachte werd op 22 oktober 2015 in Amsterdam aangehouden, nadat verbalisanten een melding hadden ontvangen over verdachte omstandigheden rondom een Franse Renault Scenic. In de auto werden vuilniszakken met kledingstukken aangetroffen, die vermoedelijk van diefstal afkomstig waren. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van opzetheling, omdat hij samen met anderen handelde in de wetenschap dat de goederen door misdrijf verkregen waren. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde de verdachte een gevangenisstraf van vijf weken op, met aftrek van voorarrest. De beslissing is gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, waarbij het hof ook rekening hield met de rol van de verdachte binnen het georganiseerde verband van criminaliteit.