ECLI:NL:GHAMS:2017:23
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- C.C. Meijer
- C.M. Aarts
- H.M.M. Steenberghe
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de aanbesteding van laboratoriumdiensten voor bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Becton Dickinson B.V. (BD) tegen de beslissing van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam, die op 25 mei 2016 een vordering van BD heeft afgewezen. BD had in eerste aanleg gevorderd dat de aanbesteding voor laboratoriumdiensten ten behoeve van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker zou worden gestaakt en dat er een aparte aanbesteding voor een dunnelaag cytologiesysteem (DLC-systeem) zou komen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de aanbestedende dienst, in dit geval de Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken (FSB), de vrijheid heeft om te bepalen hoe zij haar aanbestedingen inricht. BD was van mening dat de keuze om de levering van het DLC-systeem te integreren in de aanbesteding voor laboratoriumdiensten in strijd was met de aanbestedingsregels en de Mededingingswet. Het hof bevestigde de beslissing van de voorzieningenrechter en oordeelde dat BD niet voldoende had aangetoond dat de aanbestedingsprocedure een mededingingsbeperkende strekking had. Het hof verwees naar een eerder arrest van de Hoge Raad, waarin werd vastgesteld dat een overeenkomst die tot stand is gekomen als gevolg van een gunningsbeslissing slechts onder bepaalde voorwaarden kan worden aangetast. Het hof concludeerde dat er geen gronden waren voor nietigheid of vernietigbaarheid van de overeenkomst en bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter. BD werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.