ECLI:NL:GHAMS:2017:2218
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor bedreiging met misdrijf tegen het leven
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, naar aanleiding van een aantal dreigende WhatsApp-berichten die hij zou hebben gestuurd. De tenlastelegging betrof berichten waarin de verdachte dreigde met geweld en dood, gericht aan een persoon die hij in de berichten bij naam noemde.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 31 mei 2017 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat er geen direct bewijs was dat de verdachte de berichten had verzonden. De verdachte ontkende de berichten te hebben gestuurd en voerde aan dat het onderzoek van de politie naar de herkomst van de berichten onvoldoende was. Het hof heeft vastgesteld dat er te veel twijfel bestond over de vraag of de verdachte daadwerkelijk de afzender van de berichten was, vooral omdat de aangeefster niet kon verklaren hoe zij in het bezit was gekomen van de berichten.
Het hof heeft geconcludeerd dat het bewijs niet wettig en overtuigend was en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof en is een belangrijke uitspraak in het kader van bewijsvoering in strafzaken.