Uitspraak
Onderzoek van de strafzaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 14 juli 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een kilo MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen
hij op of omstreeks 14 juli 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (ongeveer) een kilo, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, in elk geval een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van het verweer van de raadsman
Het standpunt van de verdedigingDe raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep aan de hand van zijn pleitnota betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het primair en subsidiair ten laste gelegde, nu niet kan worden bewezen dat de verdachte wetenschap had van de inhoud van de tas. Hij heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
- [medeverdachte 3] loopt vervolgens met een rode plastic tas in zijn hand richting snackbar [naam snackbar] en ontmoet vlak voor die snackbar de verdachte;
- [medeverdachte 3] en de verdachte schudden elkaar de hand en [medeverdachte 3] geeft de rode plastic tas aan de verdachte en fluistert iets in de richting van de verdachte. Vervolgens wijst [medeverdachte 3] naar het raam van de snackbar waar [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zitten;
- [medeverdachte 3] en de verdachte gaan de snackbar binnen, geven [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] een hand en gaan bij hen zitten;
- tijdens een gesprek tussen de vier mannen toont de verdachte de inhoud van de tas aan [medeverdachte 1] .
Vrijspraak van het primair ten laste gelegde
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.