ECLI:NL:GHAMS:2017:2190

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
23-003906-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belediging van een straatcoach door beledigende uitlatingen en spugen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het beledigen van een straatcoach, die werkzaam was voor de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam. De tenlastelegging omvatte beledigende uitlatingen in de Poolse en Engelse taal, waaronder de woorden 'Kurwa' en 'fuck you', en het spugen in de richting van de straatcoach. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem een gevangenisstraf van vier dagen had opgelegd.

Tijdens de zitting in hoger beroep op 23 mei 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsvrouw gehoord. De raadsvrouw betoogde dat de verdachte niet de intentie had om te beledigen en dat de gebruikte woorden in de Poolse taal niet als beledigend bedoeld waren. Het hof heeft echter geoordeeld dat de uitlatingen en gedragingen van de verdachte wel degelijk beledigend waren en dat de verdachte opzet had op deze belediging. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier dagen.

Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoon van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor vermogensmisdrijven. De uitspraak benadrukt het belang van respect voor personen die zich inzetten voor het maatschappelijk belang, zoals straatcoaches. De verdachte is schuldig bevonden aan eenvoudige belediging en de opgelegde straf is in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke voorschriften.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003906-16
datum uitspraak: 6 juni 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-185040-16 tegen
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 september 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, [straatcoach] , straatcoach (in dienst van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, te weten (in herkenbaar roodkleurig shirt gekleed en) met surveillance belast, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling en/of door een of meer feitelijkheden, heeft beledigd, door voornoemde Bacic (in de Poolse en/of Engelse taal) de woorden toe te voegen/roepen: "Curva" (vertaald: "hoer") en/of "Curvo" (vertaald: "homo") en/of "fuck you" en/of "motherfucker" en/of door, een of meermalen, genoemde Bacic, op/tegen een/de arm, althans naar en/of in de richting van het (boven)lichaam van genoemde Bacic te spugen; althans (telkens) woorden en/of feitelijkheden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Vrijspraak ter zake van de strafverzwaringsgrond

Naar het oordeel van het hof kan aangever [straatcoach] als straatcoach niet zonder meer worden aangemerkt als ambtenaar als bedoeld in artikel 267, aanhef en onder 2, Wetboek van Strafrecht. Derhalve zal de verdachte in zoverre worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 7 september 2016 te Amsterdam opzettelijk [straatcoach] , straatcoach (in dienst van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam), in zijn tegenwoordigheid, mondeling en door een feitelijkheid, heeft beledigd, door voornoemde Bacic in de Poolse en Engelse taal de woorden toe te voegen: "Kurwa" vertaald: "hoer" en "Kurwo" en "fuck you" en door in de richting van het (boven)lichaam van genoemde Bacic te spugen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Verweer van de raadsvrouw

De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Zij heeft daartoe aangevoerd, zakelijk weergegeven, dat de gedragingen van verdachte niet waren bedoeld als beledigend. De woorden ‘Kurwa’ en ‘Kurwo’ zijn immers stopwoorden in de Poolse taal, en werden niet geuit om te beledigen. Daarnaast heeft de verdachte alleen de opzet gehad om op de grond te spugen en niet op [straatcoach] , aldus de raadsvrouw.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de verklaring van een tolk in de Poolse taal, ter terechtzitting in hoger beroep gehoord, volgt dat het woord “Kurwa” in de Poolse taal “hoer” betekent, dat “Kurwo” een verbuiging van hetzelfde woord betreft en dat het woord “Kurwa” daarnaast veelal als stopwoord wordt gebruikt, waarbij “Kurwa” de meest gebruikte vloek in de Poolse taal betreft en een heel lelijk woord is, vergelijkbaar met het Nederlandse “godverdomme”.
De bewezenverklaarde gedragingen van de verdachte, zoals die blijken uit met name de verklaringen van aangever [straatcoach] en het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisant [verbalisant] – waaruit onder andere blijkt dat er spetters speeksel op de arm van [straatcoach] zijn beland – waren gericht op [straatcoach] . De geuite woorden hebben op zichzelf reeds een denigrerend karakter en waren in onderlinge samenhang bezien onmiskenbaar bedoeld als beledigend richting [straatcoach] , nu ook overigens niet aannemelijk is geworden dat de verdachte met zijn gedragingen een andere intentie had. Daarmee is ook gegeven dat de verdachte opzet heeft gehad op die belediging. Daaraan doet niet af dat het ongebruikelijk is dat het woord “Kurwa” tegen een man wordt geuit.
Het verweer wordt derhalve verworpen.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 dagen.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 dagen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich opzettelijk beledigend gedragen tegenover een straatcoach in dienst van stichting Aanpak Overlast Amsterdam. Dergelijk gedrag getuigt van een misplaatst gebrek aan respect, zeker naar iemand die zich met goede bedoelingen inzet voor het maatschappelijk belang. Naar iemand spugen is buitengewoon vies en beledigend. Dit is een ergerlijk feit dat voor de betrokken persoon zeer grievend is.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 8 mei 2017 is hij voorafgaand aan het onderhavige feit onherroepelijk veroordeeld ter zake van vermogensmisdrijven, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Gelet op de eerdere veroordelingen, zij het ter zake van andersoortige misdrijven, kan niet worden volstaan met een andere straf dan een korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 266 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.J.A. Duker en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van N. Hannaart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 juni 2017.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest te ondertekenen.