ECLI:NL:GHAMS:2017:2187

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 juni 2017
Publicatiedatum
13 juni 2017
Zaaknummer
23-002711-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van de politierechter in hoger beroep inzake winkeldiefstal uit de Albert Heijn

Op 6 juni 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 12 juli 2016 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal uit de Albert Heijn. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, waarvan één week voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal had in hoger beroep een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken gevorderd.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de straf aangepast. Het hof oordeelde dat de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf vereisen. De verdachte had eerder soortgelijke misdrijven gepleegd, wat in zijn nadeel weegt. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op twee weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht.

De beslissing van het hof is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de motivering van de straf vervangen door een nieuwe motivering, waarbij het hof de ernst van de winkeldiefstal en de impact op de gedupeerden in overweging heeft genomen. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 juni 2017, waarbij de jongste raadsheer niet in staat was om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002711-16
datum uitspraak: 6 juni 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 juli 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-702213-16 tegen
[naam],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de straf -in zoverre zal het vonnis worden vernietigd- en met dien verstande dat het hof de motivering van de straf vervangt door de navolgende en artikel 63 Wetboek van Strafrecht in aanmerking heeft genomen.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 weken, waarvan 1 week voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal uit de Albert Heijn. Dit is een zeer ergerlijk feit, dat naast schade vaak veel hinder veroorzaakt voor de gedupeerde winkel.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 8 mei 2017 is hij eerder ter zake van soortgelijke misdrijven onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. Gelet op de eerdere veroordelingen kan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet worden volstaan.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.N. Dalebout, mr. M.J.A. Duker en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van N. Hannaart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 juni 2017.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest te ondertekenen.