Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
subsidiair:een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 22 mei 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres 2] heeft/hebben weggenomen een televisie (flatscreen Samsung) en/of personal computer en/of een of meer pet(ten) en/of een tablet (Samsung Tab 3) en/of een of meer siera(a)d(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan de (onbekend gebleven) verdachte(n), waarbij deze(n) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of deweg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Vonnis waarvan beroep
Gevoerde verweren
stemmendie zij in de woning hoorde, alsmede het feit dat een stukje van de uit de woning gestolen ketting bij de verdachte is aangetroffen, oordeelt het hof dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking bij de inbraak en dat de verdachte daaraan een wezenlijke bijdrage heeft geleverd.
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen ten aanzien van het primair ten laste gelegde
1. Een proces-verbaal van aangifte met nummer PL1100-2016113646-1 van 22 mei 2016 in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 2] , doorgenummerde pagina 28-30.
aangever [slachtoffer]:
- Flatscreen-televisie, Samsung, zwart, 1 stuks
- Personal-computer, 1 stuks
- Tablet, Samsung Tab 3, zwart, 1 stuks.
2. Een proces-verbaal van verhoor met nummer PL1100-2016113646-4 van 23 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] , doorgenummerde pagina 35-36.
getuige V.I.P. [getuige 2]:
3. Een proces-verbaal van verhoor PL1100-2016113646-5 van 23 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 1] , doorgenummerde pagina 37-38.
getuige [getuige 1]:
4. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2016113646-6 van 23 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 3] , doorgenummerde pagina 55-56.
mededeling van verbalisant:
5. Een proces-verbaal van verhoor met nummer PL100-2016113646-24 van 25 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [opsporingsambtenaar 1] en [opsporingsambtenaar 4] , doorgenummerde pagina 41-43.
getuige [getuige 3] :
6. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2016113646-11 van 24 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 3] , doorgenummerde pagina 52-53.
mededeling van verbalisant:
7. Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1100-2016113646-17 van 25 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [opsporingsambtenaar 5] , doorgenummerde pagina 54.
mededeling van verbalisant:
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
€ 2.617,98 (tweeduizend zeshonderdzeventien euro en achtennegentig cent) bestaande uit € 1.617,98 (duizend zeshonderdzeventien euro en achtennegentig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.617,98 (tweeduizend zeshonderdzeventien euro en achtennegentig cent) bestaande uit € 1.617,98 (duizend zeshonderdzeventien euro en achtennegentig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
36 (zesendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.