In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. De verdachte, een met gezag belaste ouder, was in eerste aanleg veroordeeld voor het niet naleven van de verplichtingen uit de Leerplichtwet 1969 met betrekking tot zijn dochter, die als leerling was ingeschreven op het Stedelijk Dalton College. De tenlastelegging betrof het niet zorgen dat de jongere, geboren op 5 november 1998, de school geregeld bezocht in de periode van 16 tot en met 17 oktober 2013. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet aan deze verplichting heeft voldaan en heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.
De straf die door de kantonrechter was opgelegd, bestond uit een geldboete van € 200,00, subsidiair 4 dagen hechtenis, waarvan € 100,00 voorwaardelijk was met een proeftijd van 2 jaren. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordeling van de verdachte voor een soortgelijke overtreding. Uiteindelijk heeft het hof besloten om de verdachte te veroordelen tot een geldboete van € 200,00 en 4 dagen hechtenis, met een voorwaardelijk deel van € 100,00 en 2 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft de wettelijke voorschriften toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.