ECLI:NL:GHAMS:2017:1794
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor gewezen verdachte op basis van artikel 591a Sv en wijziging sepotcode
In deze zaak gaat het om een verzoekschrift tot schadevergoeding van een gewezen verdachte, ingediend op 12 november 2015. De rechtbank Amsterdam heeft op 3 maart 2016 een beschikking gegeven, waarbij het verzoek tot schadevergoeding voor de ondergane verzekering en de kosten van rechtsbijstand deels is toegewezen en deels afgewezen. De gewezen verdachte, appellante, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft op 12 mei 2017 de zaak behandeld en de advocaat-generaal en de advocaat van appellante gehoord. Het hof oordeelt dat het hoger beroep tijdig is ingesteld en dat de verzoeken van appellante om schadevergoeding gegrond zijn. De officier van justitie had de strafzaak op 9 augustus 2015 geseponeerd, wat leidde tot de wijziging van de sepotcode. Het hof kent appellante een schadevergoeding toe van € 1.574,15, bestaande uit een vergoeding voor de ondergane verzekering en de kosten van rechtsbijstand. De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd, en het hof beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan appellante.