Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil in principaal en incidenteel hoger beroep
- gedurende de zomervakantie is [de minderjarige] in de even jaren de eerste drie weken bij de man en in de oneven jaren de eerste vier weken bij de vrouw;
- gedurende de kerstvakantie is [de minderjarige] in de even jaren de eerste week bij de vrouw, de tweede week bij de man, in de oneven jaren andersom;
- gedurende de (eerste week van de) herfst-, voorjaars- en meivakantie zal [de minderjarige] zijn bij de vrouw, waarbij [de minderjarige] gedurende een eventuele tweede hele vakantieweek bij de man zal zijn;
- gedurende de extra studie- en losse vrije dagen aansluitend aan het weekend is [de minderjarige] bij de ouder waar [de minderjarige] dat weekend is, en gedurende studiedagen of losse vrije dagen door de week is [de minderjarige] bij de man.
- [de minderjarige] gedurende de zomervakantie in de oneven jaren de eerste drie weken bij de vrouw verblijft en in de even jaren de eerste drie weken bij de man;
- [de minderjarige] gedurende de kerstvakantie in de even jaren de eerste week bij de vrouw verblijft en de tweede week bij de man en in de oneven jaren andersom;
- [de minderjarige] gedurende de voorjaarsvakantie in de oneven jaren bij de vrouw verblijft en in de even jaren bij de man;
- [de minderjarige] gedurende de meivakantie in de even jaren bij de vrouw verblijft en in de oneven jaren bij de man;
- [de minderjarige] gedurende de herfstvakantie in de oneven jaren bij de vrouw verblijft en in de even jaren bij de man;
- [de minderjarige] de doordeweekse vrije dagen bij de man verblijft en de vrije dagen die aansluitend op een weekend bij de ouder bij wie zij dat weekend verblijft.
- Gedurende de zomervakantie is [de minderjarige] in de even jaren de eerste drie weken bij de man en in de oneven jaren de eerste vier weken bij de man;
- Gedurende de kerstvakantie is [de minderjarige] in de even jaren de eerste week bij de man, de tweede week bij de vrouw en in de oneven jaren andersom;
- Gedurende de (eerste week van de) herfst-, voorjaars- en meivakantie zal [de minderjarige] zijn bij de man, waarbij [de minderjarige] gedurende een eventuele tweede hele vakantie week bij de vrouw zal zijn;
- Gedurende extra studie- en losse vrije dagen aansluitend aan het weekend is [de minderjarige] bij de ouder waar [de minderjarige] dat weekend is, en gedurende studiedagen of losse vrije dagen door de week is [de minderjarige] bij de vrouw.