ECLI:NL:GHAMS:2016:712

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 februari 2016
Publicatiedatum
1 maart 2016
Zaaknummer
200.172.902/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van de aangewezen onderzoeker en aanwijzing van een nieuwe onderzoeker in een ondernemingsrechtelijke zaak

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 16 februari 2016, wordt het verzoek behandeld van de heer P.D. Olden, advocaat van de verzoeker, inzake de besloten vennootschap Deus Ex Machina (D.E.M.) B.V. en de stichting Administratiekantoor D.E.M. De Ondernemingskamer had eerder op 5 januari 2016 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van D.E.M. over de periode vanaf 1 januari 2011. Bij deze beschikking werd ook een onderzoeker en een bestuurder benoemd. Echter, op 2 februari 2016 heeft de aangewezen onderzoeker, mr. P. Cronheim, zich teruggetrokken uit zijn functie. De Ondernemingskamer heeft vervolgens de betrokken partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek van Cronheim. De Ondernemingskamer heeft op 5 februari 2016 geen bezwaren ontvangen van de partijen tegen het verzoek van Cronheim om ontheffing.

In de beschikking van 16 februari 2016 heeft de Ondernemingskamer besloten om mr. P. Cronheim te ontheffen uit zijn functie als onderzoeker en heeft prof. mr. S.M. Bartman aangewezen als nieuwe onderzoeker. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.172.902/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 16 februari 2016
inzake
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. P.D. Olden, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEUS EX MACHINA (D.E.M.) B.V.,
gevestigd te Haarlem,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. W.P. Wijersen
mr. I. Wassenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JKS HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
advocaten:
mr. M.J. Geusen
mr. E.M. Tjon-En-Fa, kantoorhoudende te Den Haag,
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR D.E.M.,
gevestigd te Haarlem,
advocaat:
mr. W.E. Pors, kantoorhoudende te Den Haag,
BELANGHEBBENDEN.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Verweerster wordt hierna (ook) aangeduid met DEM.
1.2 Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar de beschikkingen in deze zaak van 5 januari 2016 en 12 januari 2016.
1.3 Bij de beschikking van 5 januari 2016 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DEM over de periode vanaf 1 januari 2011 en is een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Tevens is bij die beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van DEM. Bij de beschikking van 12 januari 2016 zijn mr. P. Cronheim te Amsterdam (hierna: Cronheim) en prof. mr. P.C. van den Hoek te Laren (hierna: Van den Hoek) aangewezen als respectievelijk onderzoeker en bestuurder zoals bedoeld in voormelde beschikking.
1.4 Op 2 februari 2016 heeft Cronheim de Ondernemingskamer laten weten dat hij zich genoodzaakt ziet zich als onderzoeker in deze zaak terug te trekken en – zo begrijpt de Ondernemingskamer – heeft hij de Ondernemingskamer verzocht om hem uit zijn functie van onderzoeker in deze zaak te ontheffen.
1.5 De Ondernemingskamer heeft op 5 februari 2016 de betrokken advocaten en Van den Hoek in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek van Cronheim. Mr. Wassenaar voormeld heeft op 11 februari 2016 gemeld dat DEM de wens van Cronheim niet langer als onderzoeker op te treden, respecteert. Voor het overige heeft de Ondernemingskamer geen reactie ontvangen binnen de daarvoor gestelde termijn.

2.De gronden van de beslissing

Nu niet is gebleken dat een der partijen bezwaar heeft tegen inwilliging van het verzoek en ook de Ondernemingskamer overigens geen bezwaren ziet, zal de Ondernemingskamer Cronheim uit zijn functie van onderzoeker, zoals hiervoor onder 1.3 bedoeld, ontheffen en de hierna te vermelden persoon als zodanig aanwijzen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
ontheft mr. P. Cronheim uit de functie van onderzoeker van Deus ex Machina (D.E.M.) B.V., gevestigd te Haarlem, zoals bedoeld in de beschikking van 5 januari 2016 in deze zaak, en wel met ingang van heden;
wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van 5 januari 2016 in deze zaak: prof. mr. S.M. Bartman te Baambrugge;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Faber, voorzitter, mr. G.C. Makkink en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. P.R. Baart en H. de Munnik, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en uitgesproken door mr. G.C. Makkink ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 16 februari 2016.