Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Hof: € 4.660,09) omzetbelasting vermeld. Eiseres heeft verweerder verzocht om aan haar een teruggaaf van de omzetbelasting te verlenen.”
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 januari 2016 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, die een teruggaaf van omzetbelasting had verzocht voor de aankoop van zilverbaren. De inspecteur van de Belastingdienst had dit verzoek afgewezen, wat leidde tot een procedure bij de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging. Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende geen economische activiteit in de zin van de Btw-richtlijn verrichtte met de aankoop van de zilverbaren. Het Hof oordeelde dat de aankoop niet voldeed aan de criteria voor belastingplichtigheid, omdat er geen sprake was van een duurzame exploitatie van de zilverbaren. Belanghebbende had de zilverbaren gekocht met de intentie deze later te verkopen, maar het Hof concludeerde dat dit niet voldoende was om als ondernemer te worden aangemerkt. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de activiteiten van belanghebbende niet als ondernemerschap konden worden gekwalificeerd, en het Hof bevestigde deze conclusie. De slotsom was dat het hoger beroep ongegrond werd verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.